Alarminstallaties: wat zijn de regels?

Alarminstallaties: wat zijn de regels?
Het gebruik van alarmsystemen die een (poging tot) inbraak signaleren en uitgerust zijn met een buitensirene, een buitenlicht of een meldsysteem is wettelijk geregeld. Sinds 1 maart 2010 moet het alarmsysteem geregistreerd zijn binnen de 10 dagen.
De alarmsystemen aangesloten op een alarmcentrale, worden automatisch geregistreerd. Bij de registratie wordt o. a. de gegevens van de gebruiker van het alarmsysteem, het exacte adres, de aard van het pand (rijwoning, fabriek, …) en de aard van het risico van de plaats (juwelier, kranten, apotheek…) gevraagd. Wanneer de politie een oproep binnenkrijgt, kunnen ze via de databank alle nodige gegevens opvragen en onmiddellijk bepalen hoe ze de interventie moeten organiseren. Een interventie voor een noodoproep van een wapenwinkel vraagt een andere aanpak dan voor een rijwoning.

De regelgeving is niet van toepassing op volgende alarmsystemen:
– hold-up-knop of een andere verwittigingsknop die door het slachtoffer wordt geactiveerd;
– alarmsystemen voor voertuigen.

Verplichtingen voor de gebruiker van het alarmsysteem
Is aansluiting op een alarmcentrale noodzakelijk?
Het is wettelijk niet verplicht om jouw alarmsysteem aan te sluiten op een alarmcentrale. Toch heeft dit veel voordelen. De alarmcentrale bewaakt voor jou het beveiligde goed en treedt in jouw plaats op.

Registratie van het alarmsysteem
Alarmsystemen moeten sinds 1 september 2009 verplicht geregistreerd worden op www.police-on-web.be. Die verplichting geldt ook voor een systeem dat verandert van gebruiker (nieuwe eigenaar, nieuwe huurder).

Wat in geval van alarmmelding?
Voorafgaandelijke verificatie van de alarmmelding. Indien een alarmmelding uitgaat van de gebruiker, een contactpersoon of een alarmcentrale wordt eerst nagegaan of er elementen zijn die erop wijzen dat deze alarmmelding het gevolg is van een ongeoorloofde binnendringing of een poging daartoe. Dit kan gebeuren door de gebruiker, zijn contactpersoon of een bewakingsagent die eventuele verdachte elementen vaststelt die kunnen wijzen op een misdrijf of door een technische verificatie door een alarmcentrale, die controleert of je niet zelf het alarm veroorzaakte of ze stuurt een bewakingsagent.

De eigenlijke alarmmelding:
Bel het noodnummer 101 of 112 en vermeld jouw naam en telefoonnummer; het gebruikersnummer van jouw alarmsysteem; hoe je controleerde of het geen vals alarm was; in welk deel van het pand er iets aan de hand is.

De politietussenkomst
Als de politie ter plaatse komt moet iemand de deur kunnen openen en het alarm afzetten. Indien de gebruiker zelf niet aanwezig kan zijn, moet hij zorgen voor een contactpersoon. Het is steeds de politie die als eerste het pand zal binnengaan. Politiefunctionarissen zijn immers, beter dan wie ook, opgeleid, uitgerust en bevoegd om risico’s te beoordelen en mogelijke daders te vatten. De gebruiker, de contactpersoon of de bewakingsagent betreedt het pand dus na de politieagenten. Daagt er niemand op om het alarm af te zetten, dan mag de politie, bijvoorbeeld in geval van herhaalde valse alarmen, het buitenlicht en de buitensirene met alle middelen neutraliseren.